‘Stress’ is zo’n algemene noemer waar we tegenwoordig alles onder kunnen gooien, jij hebt het slechts druk. Een paracetamol voor de spanningshoofdpijn en de pijn in je nek helpen je aardig de dag door, maar je weet dat dit geen blijvende oplossing is. Je hartslag schiet steeds vaker uit het niets van 60 naar 210, ’s nachts lig je tot middernacht naar het plafond te staren, om ’s ochtends geërgerd de kinderen met veel tegenspraak uit bed te halen en het eten voor de ochtend en de middag klaar te maken. Terwijl het gekibbel van de kinderen, om wie het eerste op de ene stoel aan de tafel zat, je pijn doet in je oren en je uit lokken om weer een geïrriteerde snauw te geven.
Alle taken voor je werk, het huishouden en de kinderen lijkt gebaseerd op een 36-urige werkdag. Het lijkt alsof je overal alleen voor staat en iedereen in huis op een eiland leeft. Een vluchtige kus van je partner of een knuffel van je dochter terwijl je met je hoofd al bij je werk bent. Jullie lijken langs elkaar heen te leven. Door het raam zie je de buurman met drie kinderen, allemaal op hun eigen fiets lachend naar school fietsen, waar halen ze de tijd en energie vandaan?
Een gevoel van teleurstelling in je zelf en verdriet besluipen je op kleine momenten, waarom lukt het jou niet om lachend de deur uit te gaan of tijd vrij te maken voor een spelletje na het eten.
Je pogingen om het anders aan te pakken en een stapje terug te doen lijken altijd na een halve middag vergeten. Een lege dag in je agenda dwingen je om leuke activiteiten te ondernemen met het gezin. Juist die dag heeft Eefje al een playdate met een vriendinnetje, is Thijs zijn bed niet uit te krijgen en sta je schreeuwend in de gang om iedereen ‘gezellig’ aan het ontbijt te krijgen. Waar doe je dit allemaal voor? Je had deze tijd beter kunnen gebruiken om de presentatie van maandag door te nemen.
Demonstratief begin je zelf vast met eten en plan je meteen een sport sessie voor jezelf voor over een half uur. Als iedereen aan tafel druppelt en jouw veroordelende blik probeert de ontwijken, stap je op, “jullie hebben toch nergens zin in”, snauw je iedereen nog even toe. Nu je er even tussenuit bent, kan je de rust niet vinden. Diverse scenario’s van de ochtend spelen door je hoofd, je had ze misschien toch meer tijd moeten geven en je toon was ook niet bepaald uitnodigend. Met een knoop in je maag ga je naar huis om te kijken of je toch nog wat van deze dag kan maken, maar iedereen is gevlogen. Wie zit er ook te wachten op jouw pinnige opmerkingen, en een waslijst aan taken als ze net even niks te doen hebben.
Met een onbestemd gevoel en druk op je borst neem je plaats aan de eettafel, je wrijft over je slapen om de druk te verlichten. Dan maar weer een paracetamol? Je negeert de gedachte en het ongemak, staat vol automatisch op en begint het ontbijt van de ochtend op te ruimen, pakt nog wat rondslingerend speelgoed op en loopt met de spullen van de trap naar boven. Uitgeput en met een traan van teleurstelling laat je je vallen op bed.
Voorbij gevlogen jaren krijg je niet meer terug, je komt nu op een punt waarop het nu of nooit is. Als je geen actie onderneemt dan blijf je rennen als een hamster in een rad, overspannen en teleurgesteld in jezelf met een spoor van verwoesting in je gezin, werk en sociale relaties. Gekluisterd aan huis omdat je lichaam de dagelijkse spanningen niet kan verwerken.